Jonge tenor eist nu de tragische hoofdrol op
– Kasper Jansen (NRC,2008)
Nog vluchtiger en brozer dan de liefde is het leven in Verdi’s La traviata (1853). Het was de eerste reality-opera naar waar gebeurde verwikkelingen tussen Marie Duplessis en Alexandre Dumas fils. Hun liefde vlamt op, zijn vader dooft hun verhouding, als alles is hersteld sterft zij aan de tering. Naast La bohème, Puccini’s remake van La traviata, is deze Verdi een van de hartverscheurendste opera’s.
De prachtige en klassieke productie van La traviata die Monique Wagemakers in 2003 maakte voor de Nationale Reisopera, is een zwarte kroniek van een aangekondigde dood, spelend in een sinister decor met spiegels. Vanaf het begin heerst rouw en staat vast dat Violetta zal sterven. Niets kan dat veranderen, ook niet het korte geluk na de plotse liefde van Alfredo.
De herneming van Wagemakers La traviata, met een geheel nieuwe solistenbezetting en ingestudeerd door Elsina Jansen, behoudt al die indrukwekkende kwaliteiten. Maar toch is het een bijna compleet andere voorstelling, want het emotionele zwaartepunt is verlegd van Violetta naar Alfredo. Niet zozeer de zielige vrouw in de titelrol is het slachtoffer van de verwikkelingen en de dodelijke ziekte, maar de levenslustige man, anders zo vaak getypeerd als alleen maar een opgewonden losbol.
Dat andere perspectief ligt niet aan de Zuid-Afrikaanse Sally Silver, die roerend, subtiel en liefdevol gestalte geeft aan Violetta. Ze is zeer ervaren in het oppervlakkige Parijse leven, maar nu voor het eerst echt verliefd, terwijl ze weet dat haar einde nadert.
Het is de opvallend jongensachtige Turkse tenor Bülent Bezdüz die de aandacht volledig concentreert op de tragische kanten van zijn rol als een piepjonge Alfredo. Even onstuimig als onzeker begint hij aan zijn liefde voor Violetta. Maar die passie wordt hem ontnomen als zijn vader en Violetta besluiten dat het voor iedereen het beste is als daaraan een eind komt.
Alfredo weet van niets, begrijpt niet waarom zijn relatie plots is verdampt terwijl Violetta hem nog zojuist heftig haar liefde verklaarde. Met zijn presente fysieke uitstraling beheerst de puberaal tengere Bülent Bezdüz de derde acte, waarin hij even onwetend als onbesuisd reageert op de verloren liefde, die hem door anderen is afgenomen. Pas tussen de derde en de vierde acte ontdekt hij de voor hem verpletterende waarheid.
Vocaal en muzikaal loopt deze La Traviata vooruit op het Franse impressionisme. Met snelle en felle streken wordt het drama aangestipt, zonder veel symfonische zwaarte. Ook het directe en ongekunstelde zingen van Silver en Bezdüz is even realistisch en vluchtig als het leven en de liefde.
La Traviata, The Hague, Netherlands
– Michael Davidson (Opera Magazine, July 2008)
Throughout the years, I have had little luck with La traviata, thanks to over-ambitious sopranos, tasteless tenors or under-rehearsed productions.
My previous encounter with this NATIONALE REISOPERA staging (see OPERA, January 2004, p. 68) was marred by a miscast Violetta and variable conducting. How different this performance in The Hague (April 3), a great evening of Verdi! Monique Wagemakers’s atmospheric production was rehearsed on this occasion by Elsina Jansen, and the characterization of the three principals had considerably tightened.
This time round, we had exceptional singers and a superb conductor, Mark Shanahan, who led the Orchestra of the East (the East of this country) with admirable subtlety. None of the playing sounded routine, every tempo had a natural flow. Balance with the stage was perfect, and the singers sounded comfortable.
Sally Silver is simply the best Violetta I have heard in any theatre. She threw off the brittle gaiety and brilliant writing of the first act with vigour and not a strained phrase. In the other acts, she could fine her voice down to a whisper which still projected throughout a dry auditorium, the LUCENT DANSTHEATER. She is an unusually honest interpreter of this role—all of Verdi’s indications were treated with respect, the outbursts having impressive strength but never blasting, the delicate moments haunting without resorting to chest register effects or sobbing.
Her Alfredo was the very talented Turkish tenor Bülent Bezdüz. His voice is clear, warm and not yet large, and one hopes he will avoid taking on excessively heavy roles, for he is a dream tenor in this repertory. He seemed astonishingly youthful and inflected his lines with the bewildered pain only a young person can express. Another great interpretation. I found Daniel Sutin (Germont père) a trifle blustery, but he did have a certain grim presence. Among the smaller roles, Roderick Kennedy was a sterling Dr Grenvil. I came away with gratitude, finally believing that not only recordings can provide a fine Traviata.