Gepassioneerd beeld fifties VS
– Rien Frolich (AD Haagse Courant, 2007)

Opera, hoe klein ook, is als kunstvorm uniek. Dat werd zaterdagavond nog eens duidelijk in Zwembadtheater De Regentes. Daar ging onder de titel I’m very lonely in my way een productie van drie korte opera’s van vooraanstaande componisten in première. Samen duren ze  nog geen veertig minuten

A hand of Bridge van Samuel Barber, Four Dialogues van Ned Rorem en Introductions & Goodbyes van Lucas Foss – de laatste twee waren hier nooit geënsceneerd te zien – kijken kritisch en komisch naar de samenleving in het Amerika van de jaren vijftig van de vorige eeuw. Ze gaan over eenzaamheid en onvervulde verlangens.

Niet alleen vanwege de tijdsduur werden ze omlijst door vijftien liederen, grotendeels van dezelfde componisten – waaronder Rorems prachtige I am Rose, dat met de operaatjes wedijvert in kortheid: precies 21 seconden –  maar als contrast ook van Bowles, Feldman en Bernstein.

I’m very lonely in my way’ (laatste woorden van de vrouw in Four Dialogues) een productie van Opera in Progress,  is tot in detail doordacht. In een sublieme regie, sober voor de opera’s, maar juist levendig voor de liederen, laat Elsina Jansen beide kunstvormen op natuurlijke wijze in elkaar vloeien. Om het onderscheid voor de toeschouwer te vergemakkelijken zijn de opera’s kleurig, de liederen, licht scenisch, juist sober van tint. De zeven jonge zangers –Esther Huisman, Jenny Haisma, Suzanne Lena, Matthijs Frankena, Emile van der Peet, Frank Hermans en Coert van de Berg – vormen een evenwicht ensemble. Met de twee uitstekend begeleidende pianisten Jeroen Sarphatie en Kimball Huigens geeft I’m very lonely een intiem en ook ontluisterend beeld van een samenleving waarin ‘ voor iedereen een auto en een elektrische grasmaaier’ het belangrijkst lijkt, maar waarin het onder de oppervlakte broeit.

Voor die intimiteit is de Regentes –  een ‘volle bak’ – te groot. Om alle lagen en achtergronden mee te krijgen is één keer zien bovendien niet genoeg. Jan van den Berg (Gouden Kalf in 2005 voor zijn Cambodja-film Deacon of Death) maakt over de productie een documentaire.