Don Pasquale lust voor oog en oor
– Ingrid Metz, Leeuwarder Courant (2012)

Zaterdag vond in het Posthuis Theater alweer de tweede operapremière van dit seizoen plaats en de Friese operaliefhebbers hebben nog steeds niet in de gaten welke vermakelijke avonden ze steeds missen. In de passende ambiance van rood pluche zijn al deze kameropera’s stuk voor stuk een lust voor het oog en oor, spitsvondig en voorzien van een uitstekend ensemble van musici en solisten. Of het nu om Il solisti de Vento, Opera Trionfo of zoals dit keer om Productiehuis OperaNed gaat.

De opera buffa ‘Don Pasquale’ van Donizetti, één van zijn laatste, is tamelijk ééndimensionaal: in drie bedrijven zit slechts één intrige en één moraal. ‘Wees op uw hoede want niets is wat het lijkt’ of ‘niet goedschiks dan kwaadschiks’ of iets van dien orde: in het tumult van zang bleek zelfs het Nederlands niet helemaal verstaanbaar en konden we de pointe naar believen invullen.

Alle vier karakters waren aan het slot (bijna) tevreden: de gierige Don Pasquale dat hij van zijn lastige vrouw af was, lapzwans Ernesto en de inslechte Norina dat zij hun liefde konden bezegelen met een huwelijk (en daar een bonus op toe kregen) en Doctor Malateste dat zijn manipulatieve plannetjes waren gelukt. En de notaris, die houdt natuurlijk zijn mond.

De Nederlandse teksten klonken in eerste instantie als sauce bolognese zonder oregano, maar met het uitstekende spel en zang van de solisten, de spitsvondigheden in de regie en het moderne woordgebruik in zo’n gedateerd verhaal kreeg de taal al snel een extra humoristische ondertoon. Hij had trouwens nog een apart effect: de aria’s en duetten die anders zo prominent zijn, waren voorbij voordatje het je realiseerde.

De dimensionaliteit mocht dan minder in het verhaal zitten, die was er wel in het spel en de karakters zelf. Jan Willem Baljet als Don Pasquale, een ietwat zelfgenoegzame oudere heer die transformeerde tot een wanhopige man, zette zijn figuur met verve neer. Willem de Vries als Doctor Malatesta leefde zich met overgave uit als kwade genius, terwijl Harald Quaaden als neef Ernesto, een profiteur in hart en nieren, zelfs met een pruillip kan zingen. Nienke Otten speelt Norina overtuigend slecht maar haar alias Sofronia is nog slechter. Maar wel met een dijk van een techniek en een dito stem. En de muziek van Donizetti blijft ook in een sterk gereduceerd orkest helemaal overeind.